Een gemakkelijk en smakelijk bierbroodje dat een beetje geduld eist. Het deeg reist moet een nacht rusten, voordat het de oven in gaat. Serveer het bij een uitgebreide borrelplank of met roomboter bij een dampende kop soep.
INGREDIЁNTEN
- Rijst & Granen
Ingrediёnten
Bereidingswijze
Ingrediёnten
- 100 g boter
- 2 sjalotjes, gesnipperd
- 1 laurierblad
- 900 ml Italiaanse rode wijn
- 500 g Arborio (Risotto) rijst
- 100 g Grana Padano of Parmigiano Reggiano kaas, fijn geraspt
- 100 g gorgonzola, in kleine stukjes gebroken
- 1,25 liter groentebouillon, heet
- Zout en peper naar smaak
-
Bereidingswijze
-
1Maak de rode wijnsaus: Verwarm 20 g boter in een steelpan op laag vuur. Bak hierin de helft van de sjalotjes voor 5 minuten. Voeg het laurierblaadje toe en 750 ml van de rode wijn. Breng het aan de kook en zet het vuur zacht, laat de wijn 15 minuten sudderen of tot de saus voor 1/3 is ingedikt. Giet de saus door een zeef en houd warm.
-
2Maak de risotto: Smelt 40 g boter in een langzaam opgewarmde braadpan op middelhoog vuur. Bak de rest van de sjalotten met de risottorijst tot ze glazig worden. Blus de pan af met 150 ml rode wijn en laat deze verdampen. Voeg een pollepel van de hete bouillon toe en blijf roeren tot deze is opgenomen door de rijst. Voeg dan nog een pollepel toe en blijf roeren. Herhaal dit proces tot de rijst gaar is. De rijst is gaar wanneer deze zacht is, maar mag nog wel een bite hebben (al dente).
-
3Haal de pan van het vuur en roer er de rest van de boter (40 g) en de kaas door. Breng op smaak met peper en zout en verdeel over 6 kommen. Giet de rode wijnsaus in het midden van iedere kom en Bon Appétit!
Is rode wijn te machtig? Vervang deze dan door een witte wijn, zoals een Pinot Grigio.
